Menu

Hoe stapel je op een juiste wijze Windows Server licenties?

De laatste tijd hebben wij meerdere vragen over een en hetzelfde onderwerp ontvangen: Hoe stapel je op een correcte manier Windows Server licenties binnen virtuele omgevingen; hoef ik alleen maar het aantal cores dat is toegewezen aan de server van licenties te voorzien wanneer ik de basislicentie al geregeld heb?

Om antwoord te kunnen geven op die vraag moeten we eerst het een en ander uitleggen over Windows Server per core licenties. Wanneer een klant Windows Server software wil installeren en gebruiken moet die klant eerst de juiste licentie verwerven (aanschaffen). Windows Server 2016, zowel Standaard als Datacenter Editie, kennen een ‘per core’ licentiemodel. De klant moet alle fysieke cores in de server van een core-licentie voorzien, met een minimum van 8 cores per processor en een minimum van 16 cores per servers.
Wanneer een klant een server gebruikt met 2 quad core procesoren (wat overeenkomt met in totaal 8 cores in die server), dan moet de klant toch minimaal 16 cores Windows Server licenties aanschaffen. Wanneer een klant een server gebruikt met twee 10-core processoren, dan is het totaal aantal benodigde licenties 20 (koop dan 10 stuks Windows Server 2016 2-core licenties).

Virtuele installaties
Wanneer de klant het juiste aantal core licenties voor Windows Server Standaard 2016 heeft aangeschaft en aan de server heeft toegewezen dan heeft die klant het volgende recht voor installatie en gebruik van Windows Server Standaard:
1. 1 fysieke installatie van Windows Server Standaard
2. 1 fysieke installatie van Windows Server Standaard én 2 virtuele installaties van Windows Server Standaard wanneer de fysieke installatie uitsluitend gebruikt wordt voor virtualisatie doeleinden
3. 2 virtuele installaties van Windows Server Standaard bovenop een ‘niet Windows Server’ virtualisatie laag, zoals de standalone uitvoering van Hyper-V of VMware

De derde server
Tot zover de basisregels, nu de verwarring rondom de derde virtuele installatie. We horen vaak – en krijgen de vraag – dat voor de derde virtuele installatie van Windows Server uitsluitend het aantal cores dat aan die derde server is toegewezen van een licentie moet worden voorzien (omdat de basislicentie al geregeld is). Dit is niet correct.

De juiste wijze
Laten we kijken naar wat geschreven staat in de Product Terms (Nederlands: Productvoorwaarden), het ‘juridische’ document voor Microsoft Volume licenties:

De Klant mag een aantal Licenties van de Standard Edition toewijzen aan de Gelicentieerde Server dat gelijk is aan het aantal dat is opgegeven bij 2 hierboven en de serversoftware gebruiken in twee aanvullende OSEʹs op de Gelicentieerde Server.

Bij ‘2’ staat geschreven:
Het aantal vereiste Licenties is gelijk aan het aantal Fysieke Cores op de Gelicentieerde Server, met een minimum van 8 Licenties per Fysieke Processor en minimaal 16 Licenties per Server.

Met andere woorden, wanneer een klant een ‘derde’ virtuele installatie van Windows Server Standaard wil gebruiken moet die klant die derde server benaderen als was het de eerste installatie van

het ‘volgende niveau’. De klant moet – opnieuw – het juiste aantal core licenties aanschaffen (het totaal aantal fysieke cores met een minimum van 8 per processor en 16 per server). Wanneer aangeschaft en toegewezen mag de klant de derde, maar ook de vierde virtuele installatie uitvoeren. De reden (rechten) daartoe staan omschreven in de tweede alinea: ‘Virtuele installaties’.

Om rekening mee te houden
Enkele algemene richtlijnen om rekening mee te houden wanneer u als klant Windows Server software gaat gebruiken:
1. Vergeet alstublieft niet om het juiste aantal Windows Server Client Access Licenses (CAL’s) aan te schaffen, per apparaat of per gebruiker
2. Wanneer u zeven of meer virtuele servers wilt gaan ‘stapelen’ kan Windows Server Datacenter een meer kosteneffectieve oplossing zijn in verband met het recht op ongelimiteerde virtuele installaties
3. Wanneer u additionele Windows Server rollen gaat inzetten, zoals Remote Desktop Services (RDS) of Rights Management Services (RMS) dan heeft u additionele RDS en/of RMS CAL’s nodig
4. In plaats van extra Windows Server licenties voor uw volgende virtuele Windows Server installatie aan te schaffen kunt u ook eens kijken naar Azure virtuele servers als een flexibel en mogelijk goedkoper alternatief

Volgende stap
Wanneer dit artikel uit de kennisbank u niet voldoende helpt, wanneer u meer wilt weten over licenties voor Windows Server of wanneer u een extra controle wenst op uw IT Infrastructuur, neem dan contact op met een van onze consultants.

Team Quexcel
The Power of Knowledge

Aanmelden nieuwsbrief
U moet javascript aan hebben staan om dit formulier te kunnen versturen.