Voordat we naar het nieuwe licentiemodel gaan kijken we eerst even naar het al eerder bestaande licentiemodel voor Windows Server: licenties per fysieke core in een server. Met dit licentiemodel voor Windows Server moet een klant alle fysiek cores in alle processoren in de fysieke server van een licentie voorzien. Een voorbeeld: indien u een server heeft met 2 x 20 core processor, dan moet u in totaal 40 core licenties aanschaffen en toewijzen. Afhankelijk van uw licentieprogramma kunt u ze kopen in pakketten van 2, 8 of 16.
Wanneer u alle cores van Windows Server Standaard licenties heeft voorzien, mag u Windows Server Standaard fysiek installeren, of op 2 virtuele machines (VMs). Wanneer u alle cores heeft voorzien van Windows Server Datacenter editie licenties, mag u een ongelimiteerd aantal VMs met Windows Server Datacenter, Windows Server Enterprise en/of Windows Server Standaad editie installeren.
Waarom een nieuw licentiemodel?
Met de wijzigingen van de voorwaarden voor outsourcing per 1 oktober 2022 – vanaf dan is het met bepaalde licenties toegestaan om software te installeren op gedeelde hardware van geautoriseerde dienstaanbieders – heeft Microsoft een nieuw licentiemodel voor Windows Server nodig. Omdat wanneer een klant een VM verplaatst naar de gedeelde hardware van zo’n geautoriseerde dienstaanbieder, het letterlijk onmogelijk is om de fysieke server van licenties te voorzien. Exact hetzelfde als wanneer je een VM naar Azure multitenant verplaatst. Je weet niet hoeveel processoren met hoeveel cores in (welke?) server zitten en daarmee kun je niet het bestaande model voor Windows Server licenties gebruiken.
Licenties per VM
Het nieuwe licentiemodel voor Windows Server is licentiëring per individueel virtueel besturingssysteem (‘virtual operating system’, OSE). Populair, licenties per VM. Hier zijn de regels voor het nieuwe licentiemodel:
- Wijs een Windows Server core licentie toe aan elke vCPU die je aan het virtuele besturingssysteem hebt gekoppeld. Wijs er wel minimaal 8 toe, ook al gebruik je minder.
- Wanneer correct uitgevoerd, heeft een klant recht op ‘Relaxed Reassignment Rights’, wat betekent dat een klant een licentie op elk moment aan een andere fysieke server, binnen dezelfde ‘server farm’ mag toewijzen en aansluitend de VM verplaatsten (geen 90 dagen toewijzingsregel in dit geval)
Dit betekent dat wanneer u 2 VMs uitvoerd op een VMware ESXi server; VM een heeft 4 vCPU in gebruik, Vm twee heeft 8 vCPU in gebruik, u in totaal 16 licenties nodig heeft. Zelfs als de fysieke server, zoals in ons voorbeeld, in totaal 40 cores heeft.
Wanneer u Windows Server fysieke uitvoert en aansluitend de Hyper-V rol activeert om de 2 VMs te hosten, dan moet u de fysieke server ook op de klassieke manier van licenties voorzien (dus de volledige 40 cores).
Belangrijk, klanten mogen alleen het licentiemodel per individueel virtueel besturingssysteem gebruiken wanneer zij alle Windows Server Core licenties én de toegangslicenties (Client Access Licenses, CALs) die gebruikt worden om per VM te licentiëren, van actieve Software Assurance heeft voorzien. Als alternatief mogen ook abonnementslicenties voor Windows Server en CALs gebruikt worden. Als een van deze twee situaties niet van toepassing zijn, mag een klant dit nieuwe licentiemodel voor Windows Server niet gebruiken.
Tot slot, dit nieuwe Windows Server licentiemodel hoeft niet UITSLUITEND gebruikt te worden om VMs naar geautoriseerde dienstaanbieders (Authorized Outsourcers) te verplaatsen. Het is prima om dit model in te zetten binnen uw eigen datacenteromgeving.
Hulp
Wanneer u ondersteuning wilt bij Windows Server licenties, neem dan contact op met een van de Quexcel licentie experts om u te helpen.